Liever gevangene onder Franciscus I dan onder Michel I

Er zijn zo van die zinnetjes die meer verhullen dan openbaren. Zowel de federale als Vlaamse regeringsverklaring staan er vol van. Neem nu deze uit het federaal regeerakkoord: “De regering zal de coherentie tussen de uitbetaling van sociale uitkeringen aan gevangenen tijdens de periode van gevangenschap onderzoeken en bijsturen” [1]. Versta: “Ook bij de gedetineerden gaan we geld halen”.

Op 23 oktober 2014 meldden verschillende media dat de regering overwoog de ziekte-uitkeringen voor gevangenen te schrappen. Dat zou de overheid bijna 6 miljoen euro opleveren.   “Geen goed idee”, stelden de dag nadien veertien organisaties van het middenveld, actief op het vlak van armoedebestrijding  en welzijnswerk [2].

Eenzijdig de ziekte-uitkering ontnemen tijdens de gevangenschap is niet de juiste weg.” “Het is duidelijk”, stelden ze nog “dat het ondoordacht schorsen van uitkeringen veel ex-gedetineerden veroordeelt tot de vicieuze cirkel van armoede. Indien mensen schulden opbouwen bij hun verblijf in de gevangenis, indien zij nog vóór hun vrijlating al zonder een minimum aan financiële ademruimte vallen, vergroot bovendien het risico dat re-integratie na hun vrijlating mislukt, met nadelige gevolgen voor de samenleving. Ook slachtoffers zijn niet gebaat bij zo’n maatregel, integendeel, zij riskeren zo nooit de schadevergoeding te krijgen waar ze recht op hebben.” “Hoe moeilijk dit binnen deze thematiek ook is, we mogen ons niet laten leiden door wrok of verbittering…

Wrok en verbittering

Die ‘wrok’ en ‘verbittering’ smaak je onder meer op de website van het Vlaams Belang en op de blog Don Viona Live [3]. Je leest er uitlatingen als “terwijl het gevangenispersoneel kreunt onder de werkdruk, de verouderde gebouwen en een immens gebrek aan middelen, gooit de federale regering de gevangenen werkloosheidsvergoedingen toe” … “iedere euro die wordt uitgegeven aan een crimineel is er één teveel” … “een gevangene mag de maatschappij niets kosten, ze hebben het zichzelf aangedaan” … “laat  ze rotsblokken tot gravier (steenslag) slaan voor de aanleg van nieuwe wegen…” En dergelijks meer.

Je proeft het echter ook bij een persoon als CD&V-volksvertegenwoordiger, ACW-mandataris en voormalig ACW-verbondssecretaris Stefaan Vercamer.  Hij schrijft: “Het lijkt me niet verdedigbaar dat misdadigers, die in de gevangenis worden opgevangen op kosten van de maatschappij, ook nog volop kunnen blijven genieten van uitkeringen van de ziekteverzekering [4]”.

Vercamer pleit er verder voor dat de federale regering de uitbetaling van de sociale zekerheidsuitkeringen voor gevangenen zou ‘herbekijken’ en tot een ‘harmonisering’  zou komen tussen de verschillende  bestaande regelingen [5]. ‘Harmonisering’ is weer zo’n buzzwoord om het woord ‘besparing’ niet in de  mond te moeten nemen.

In de keuze hoeveel men bespaart, waar men bespaart, van wie men inspanningen vraagt en van wie niet, blijkt een overduidelijke politieke voorkeur [6]. Dank zij het Alegmeen Christelijk Werknemersverbond (ACW – nu Beweging.net) – is Vercamer op de post geraakt waar hij nu zit. Zijn opties stemmen overeen met die van de regering waarvan zijn partij deel uit maakt. Ze staan echter haaks op de waarden van de beweging waaruit hij gegroeid is.

Populisme

Het is moeilijk te weerstaan aan de populistische roep naar grotere justitiële gestrengheid. Van zich ‘christelijk’ noemende politici zou men nochtans mogen verwachten dat ze weerstand bieden aan toenemende onverdraagzaamheid en het afnemende mededogen voor wie eens in de fout ging.

Christelijke politici zouden zich moeten inspannen om het justitioneel systeem te vermenselijken. Ze kunnen zich daarbij  inspireren op een andere stem die  – eveneens op 23 oktober 2014 – in Rome klonk. Paus Franciscus I hield er een toespraak voor een delegatie van de Internationale Associatie voor Strafrecht en voor verschillende organisaties van criminologen en strafrechtspecialisten [7].

Pieter De Witte, medewerker van het Centrum voor Levensbeschouwing en Detentie [8], vatte de grote lijnen van de toespraak samen. Hier en daar hebben wij er een krachtige zin uit de pauselijke toespraak tussen gelast.

Pauselijke toespraak

Paus Franciscus I belicht eerst en vooral twee sociologische tendensen die hem zorgen baren. Ten eerste is er de drang tot wraak die haast ingebakken lijkt in het menselijke handelen. De paus spreekt over de neiging van primitieve samenlevingen om zondebokken te creëren op wie al het kwaad, dat de gemeenschap treft, kan afgewenteld worden.

Hij voegt er meteen aan toe dat dit zondebok-mechanisme ook aanwezig blijft in onze hedendaagse, schijnbaar geciviliseerde samenlevingen met hun moderne strafrechtsystemen. Deze tendens wordt versterkt door de manier waarop bepaalde politici en bepaalde media inspelen op de realiteit van misdaad in de maatschappij.

Als tweede daarmee samenhangende tendens noemt de paus het strafrechtelijke populisme. Hij stelt vast dat mensen ervan overtuigd zijn dat een aantal sociale problemen kunnen opgelost worden door de toepassing van de openbare straf, “alsof voor de meest diverse ziekten één en hetzelfde medicijn moet aanbevolen worden”.

Terwijl deze sociaal-economische problemen andere oplossingen vereisen, kiest men voor de gemakkelijke weg van het criminaliseren en stigmatiseren van kwetsbare groepen in de samenleving. Tegenover deze tendensen schuift de paus twee principes naar voor met het oog op een menswaardig strafrecht.

Voorzichtigheid

Ten eerste moet voorzichtigheid geboden zijn bij het straffen van mensen. Strafrecht moet de laatste remedie zijn, als er geen andere mogelijkheden meer zijn. Er moet bijgevolg actief gezocht worden naar alternatieve vormen om met criminaliteit om te gaan.

Dat is een moeilijke opdracht  in tijden waarin vele rechters en justitieambtenaren hun taak moeten vervullen onder druk van de massamedia, van sommige gewetenloze politici en van sluimerende wraaklust in onze maatschappij.

Waardigheid

Een tweede principe is dat van de menselijke waardigheid. Die wordt verdedigd door paus Franciscus op vier vlakken:

  1. De paus spreekt een ondubbelzinnige veroordeling uit van de doodstraf, ook die in de vorm van moordpartijen onder het voorwendsel van collateral damage.Opvallend is dat hij levenslange opsluiting een verdoken vorm van doodstraf noemt.
  2. Franciscus pleit voor een verbetering van de detentie-omstandigheden. Daarbij is hij erg kritisch voor landen die misbruik maken van de voorhechtenis.
  3. Hij formuleert een scherpe veroordeling van elke vorm van wreedheid. Daarbij wordt niet alleen gedacht aan bewuste foltering in “clandestiene detentiecentra” en vormen van eenzame opsluiting, maar ook aan elke bijkomende schade die door het systeem van detentie wordt toegebracht “in gevangenissen, instellingen voor minderjarigen, psychiatrische instellingen, politiebureaus en andere instellingen van detentie en straf”
  4. Tenslotte moet de menselijkheid ook hoog gehouden worden in onze omgang met kinderen, bejaarden en andere kwetsbare personen die met justitie in aanraking komen. Met betrekking tot de bejaarden zegt de paus: ”Hun fouten kunnen een opportuniteit bieden om lessen uit te trekken voor de rest van de samenleving. Men leert niet enkel uit de deugden van de heiligen, maar ook uit de minpunten en fouten van zondaars”.

In een derde deel van zijn toespraak belichtte paus Franciscus voor de verzamelde strafrechtspecialisten twee soorten misdrijven die, in zijn ogen, een bijzondere aandacht verdienen.

Slavernij en corruptie

Ten eerste is er mensenhandel en moderne vormen van slavernij, waarvan vooral mensen het slachtoffer worden die in extreme armoede leven. De paus gaf cijfers. Men kan spreken van één miljard mensen gevangen in absolute armoede. Alleen al in het jaar 2012 moesten 45 miljoen mensen op de vlucht omwille van geweld of vervolging. Onder hen 70 procent vrouwen. Zeven op de tien mensen die van honger sterven zijn vrouwen of meisjes.

Ten tweede is er de misdaad van corruptie. Vooral de rijken en de machtigen lijken steeds weg te komen met vormen van corruptie die grote sociale schade aanrichten. Zij wanen zich onkwetsbaar en boven elke wet verheven. De paus wijst er op dat het strafrecht op dit vlak vaak heel selectief is. “Het is als een net dat enkel de kleine vissen vangt en de grote laat zwemmen”.

Het is duidelijk dat de rode draad door heel de toespraak van de paus zijn zorg voor de kwetsbare mens is. Hij denkt zowel aan de kwetsbare mens die als kleine vis wordt geviseerd en gestigmatiseerd door de reële strafrechtpraktijk, als aan de kwetsbare mens die slachtoffer wordt van mensenhandel en corruptie, misdaden waar de grote vissen mee wegkomen.

De paus sluit op die manier aan bij tendensen in het denken over strafrecht die erg kritisch zijn tegenover bestaande strafmechanismen,  mechanismen die vaak dienen als instrumenten van sociale controle. Zijn toespraak houdt ook een pleidooi in voor een zoektocht naar andere ‘geneesmiddelen’ dan het uniform opleggen van gevangenisstraffen.

“Corruptie is als slechte adem. De betrokken persoon merkt het niet bij zichzelf. Het zijn de anderen die het merken en hem er attent op moeten maken. Om die reden is het weinig waarschijnlijk dat de corrupte persoon zich bewust zal worden van zijn toestand en uit gewetenswroeging zijn corrupte paden zal verlaten.”

“Corruptie is een groter kwaad dan zonde. Ze moet niet zozeer vergeven worden, maar behandeld. Corruptie is een tweede persoonlijke en sociale natuur geworden, in de zeden ingebakken en een gangbare praktijk in commerciële en financiële transacties.”(uit Fransiscus’ toespraak)

Uiteindelijk doet paus Franciscus niets meer dan het Bijbelse grondprincipe van voorkeur voor de arme, de zwakke en de ‘ontrechte’ – in Bijbelse taal: de vreemdeling, de wees, de weduwe, de arme (Exodus 22, 20 – 26) – naar onze hedendaagse context te vertalen.

Bij die “armen, zwakken en ontrechten” horen ook de meeste gedetineerden, zoals de veertien organisaties van het middenveld, actief op vlak van armoedebestrijding en welzijnswerk,  er ons aan herinneren:

Tussen criminaliteit en armoede bestaat een duidelijke correlatie. Heel wat ex-gedetineerden belanden in de armoede na het uitzitten van hun straf. Daarnaast zijn er ook mensen in armoede die (kleinere) criminele feiten plegen.”

“Zij kennen bovendien vaak de rechtsprocedures niet en kunnen evenmin een advocaat betalen. Dit maakt dat er sprake is van een groot aandeel mensen in armoede in de Belgische gevangenissen en een groot aandeel mensen die de gevangenis verlaten in armoede.”

Noten

[1] Regeerakkoord Michel I, 6.2.4. Strafuitvoering en gevangeniswezen.

[2] De Morgen 24.10.2014. Ondertekend door Caritas Vlaanderen – Netwerk tegen Armoede – Welzijnszorg vzw – Netwerk Rechtvaardigheid en Vrede – De Rode Antraciet – Bond Zonder Naam – Tralies uit de Weg – Caritas International – Kerkwerk Multicultureel Samenleven – Broederlijk Delen – Pax Christi Vlaanderen – Liga voor de Mensenrechten – Suggnomè Forum voor herstelrecht en bemiddeling vzw – Metanoia vzw Katholieke Gevangenis Aalmoezeniers

[3] www.vlaamsbelang.org/nieuws/9482 ; http://donviona.blogspot.be

[4] http://stefaanvercamer.wordpress.com/2012/03/29/5069/

[5] http://www.stefaanvercamer.be/

[6] Deze zin is overgenomen van Yves Desmet, De Morgen 8 november 2014

[7] Discorso del santo padre Francesco alla delegazione dell’associazione internazionale di diritto penale. Tekst in het Italiaans, Engels, Frans, Spaans en Portugees:

[8] LINC (Leuvens Instituut voor Criminologie) – Hooverplein 10, 3000 Leuven.

(Uit:  De Wereld Morgen 11 november 2014)

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on whatsapp

Gevangenisstraf als doorleefde realiteit

CENTRUM VOOR RELIGIE, ETHIEK & DETENTIE

Elk jaar organiseert het CRED het KU Leuven vak Gevangenisstraf als doorleefde realiteit. Binnen dit unieke project denken gedetineerde en niet-gedetineerde studenten een semester lang samen na over de vraag: wat is een goede straf? Het vak werd in 2020 genomineerd voor de onderwijsprijs van de Evens Foundation

Gevangenisstraf als doorleefde realiteit

CENTRUM VOOR RELIGIE, ETHIEK & DETENTIE

Elk jaar organiseert het CRED het KU Leuven vak Gevangenisstraf als doorleefde realiteit. Binnen dit unieke project denken gedetineerde en niet-gedetineerde studenten een semester lang samen na over de vraag: wat is een goede straf? Het vak werd in 2020 genomineerd voor de onderwijsprijs van de Evens Foundation

r