Iedere gedetineerde heeft het recht om zijn godsdienst of zijn levensbeschouwing te beleven en te belijden. Dit brengt het recht met zich mee op godsdienstige, geestelijke of morele bijstand door een vertegenwoordiger van zijn godsdienst of levensbeschouwing. Deze vertegenwoordigers – aalmoezeniers en consulenten – beschikken over een zekere vrijheid met betrekking tot de invulling van hun rol. Ten aanzien van gedetineerden die hier zelf om vragen, leiden zij vieringen en andere collectieve activiteiten, gaan zij met hen op een vertrouwelijke manier in gesprek en geven ze hen religieuze of niet-confessionele morele bijstand.